Geschreven door Julia Leker
Van een presentatie tot een rollenspel. Trainingen kunnen op enorm veel manieren worden vormgegeven aan de hand van verschillende didactische werkvormen. Echter, welke moet je kiezen? Eigenlijk is het idee heel simpel. Jij bent een vakman met een gereedschapskist. In deze kist zitten allemaal verschillende tools om jouw training mee vorm te geven, dus welke ga je kiezen? Een brein krakende opdracht, een interactieve discussie, een inspirerende word-cloud, of toch een stimulerend potje ganzenbord? De keuze is reuze, maar dat maakt het niet altijd makkelijker. Zo is het bekend dat actieve werkvormen vaker beter werken, maar misschien niet voor elke situatie. In deze blog leggen we uit wat didactische werkvormen zijn en worden 5 soorten werkvormen uitgelegd met voorbeelden!
Als je leeroplossingen ontwikkelt, trainingen geeft, teamleider bent of gewoon geïnteresseerd bent in didactische werkvormen, dan is deze blog voor jou!
Wat ga je lezen in deze blog?
- Wat zijn didactische werkvormen?
- Waarom moeten we rekening houden met didactische werkvormen?
- Welke didactische werkvormen zijn er?
- Combineren van vormen
Wat zijn didactische werkvormen?
Een didactische werkvorm is eigenlijk (heel simpel gezegd) de manier waarop je een les of activiteit opzet om zo je leerdoel te behalen. Er zijn verschillende didactische werkvormen waaruit je kan kiezen. Maar is het belangrijk om hierbij aan het doel te blijven denken. En dat is het leerdoel! Dus de vraag is: welke activiteiten voeren de trainer en de deelnemers uit om de deelnemers te laten leren? Oftewel, hoe ga ik het doen?
Het is dus belangrijk om niet willekeurig te een werkvorm te kiezen, maar dit te baseren op meerdere factoren, zoals; het leerdoel, de doelgroep, de groepsgrootte, de context, etc. Hierbij moet je je afvragen welke werkvorm het geschiktst is voor jouw situatie.
Het vinden van een juiste werkvorm is geen makkelijke opgave, maar wel ontzettend waardevol!
Waarom moeten we rekening houden met didactische werkvormen?
Het leerdoel is natuurlijk ontzettend belangrijk wanneer een training gegeven wordt, echter is de didactische werkvorm ook van belang! Het is het doel om de deelnemer zoveel mogelijk bij te leren met behulp van de training. De manier waarop de leeractiviteit wordt aangeboden heeft hier sterke invloed op. Een presentatie geven of een video laten zien kan ontzettend nuttig zijn, maar niet in elke leersituatie. Bij sommige leerdoelen zal het geven van een presentatie leiden tot een laag leerrendement, terwijl we deze juist zo hoog mogelijk willen krijgen! Daarom is het belangrijk om niet alleen tijd te besteden aan wat je de deelnemers wil leren, maar ook hoe dit het beste gedaan kan worden om het leerrendement omhoog te krikken. Verder is het waardevol om ook kritisch te zijn op de didactische vaardigheden van de mensen die de informatie overdragen aan de deelnemers.
Welke didactische werkvormen zijn er?
De didactische werkvorm is dus de manier waarop de leeractiviteit gepresenteerd wordt aan de deelnemers. Deze kan je opsplitsen in 2 soorten: passieve en actieve werkvormen. Bij actieve werkvormen gaan deelnemers, je raadt het al, actief leren en werken met de stof. Hierdoor wordt hun leerproces geactiveerd.
Bij passieve werkvormen daarentegen nemen de deelnemers de stof alleen maar op en zullen er minder leerprocessen plaatsvinden bij hen. De leerwinst is hierdoor ook lager dan bij actieve werkvormen. Dus doe je deelnemers een plezier en bied ze actieve werkvormen aan!
Didactische werkvormen kunnen ook op een andere manier onderverdeeld worden, namelijk in 5 categorieën.
1. Instructievormen
Deze didactische werkvorm is instructor-centered. Dit houdt in dat de trainer centraal staat en dat de leerlingen voornamelijk luisteren. Deze vorm is handig wanneer er veel informatie overgedragen moet worden. Het voordeel van deze werkvorm is dan ook dat de trainer precies in de hand heeft welke informatie de deelnemers zullen krijgen. Het nadeel is wel dat de deelnemers hier erg passief zijn. Wel kan je alsnog voor interactie zorgen door een instructievorm te combineren met andere werkvormen. Hierover vertellen we later meer.
Voorbeelden van instructievormen zijn:
- Presentatie of lezing
- Film
- Demonstratie
2. Interactievormen
Met deze didactische werkvorm probeer je een discussie of gesprek bij de deelnemers uit te lokken. Als trainer stel je vragen of leg je verschillende problemen voor bij de deelnemers. Het is aan de deelnemers om een antwoord te vinden of hierover in gesprek te gaan. Het voordeel is dat de deelnemers zelf actief bezig zijn. Daarnaast kunnen deelnemers zelf kritisch nadenken en is er ruimte voor meerdere perspectieven. Het nadeel kan zijn dat er niet altijd één concreet antwoord uitkomt. Hierdoor is het belangrijk om het gesprek goed te leiden.
Voorbeelden van interactievormen zijn:
- Brainstormen
- Discussie of debat
- Casestudy
3. Opdrachtvormen
Deze werkvorm is erop gericht dat de deelnemers zelfstandig een opdracht uitvoeren. De deelnemer legt zichzelf een taak op of dit wordt aangestuurd door een trainer. De deelnemer gaat vervolgens zelf op onderzoek uit om de vragen zelfstandig te beantwoorden. Het gaat daarbij niet alleen om het antwoord van de vraag, maar ook hoe de deelnemer daar uiteindelijk op gekomen is. Hierbij is het van belang dat de deelnemer de taak ook daadwerkelijk zelfstandig kán verrichten en dat de trainer niet constant uitleg moet geven. Het nadeel van deze werkvorm is dat het veel tijd kost en ook dat de tijd die het kost kan verschillen tussen deelnemers.
Het voordeel hiervan is weer dat deelnemers actief bezig zijn met de leerstof. Daarnaast is het een oefening voor de vaardigheid zelfstandigheid. Ten slotte kan het duidelijkheid geven welke deelnemers de taak wel of juist niet begrepen. Deelnemers die de taak minder goed begrepen kunnen extra ondersteuning krijgen.
Voorbeelden van opdrachtvormen zijn:
- Huiswerkopdracht
- Essay of verslag schrijven
- Creatief project (bijv. knutselen of filmen)
4. Samenwerkingsvormen
Bij deze werkvorm is het belangrijk dat de deelnemers, zoals de naam verklapt, samen gaan werken. Dit heet ook wel samenwerkend leren. De deelnemers werken als een team om een gezamenlijk doel te behalen. Bij deze actieve werkvorm zijn de verschillende teamleden betrokken en hebben zij interactie met elkaar. Dit wekt een verantwoordelijkheidsgevoel bij ze op. De teamindeling kan gebaseerd zijn verschillende aspecten (voorkennis, interesses, tijdschema, etc.). De trainer staat bij deze didactische werkvorm meer op de achtergrond en hun rol is ondersteunend, niet leidend.
Het nadeel is dat er onduidelijkheden kunnen ontstaan over de opdracht of dat sommige deelnemers niet hun steentje bijdragen aan de samenwerking. Hierdoor zijn individuele voortgangen moeilijk te meten. Het voordeel van deze werkvorm is dat deelnemers hun samenwerkingsvaardigheden ontwikkelen en daarnaast van elkaar kunnen leren. Daarom bevordert deze vorm ook de sociale vaardigheden van deelnemers. Verder kan samenwerkend leren ook gewoon online!
Voorbeelden van samenwerkingsvormen zijn:
- Peer-to-peer sessie
- Groepsproject (bijv. presentatie of verslag)
- Woordweb maken
5. Spelvormen
De laatste, en misschien wel de leukste, didactische werkvorm is de spelvorm. De deelnemers krijgen de stof uitgelegd en oefenen hiermee in een spelsituatie. Dit is daarom ook zeker een actieve didactische werkvorm. Een nadeel kan zijn dat sommige deelnemers het spel niet serieus zullen nemen. Daarnaast kan deze werkvorm ook heel tijdsintensief zijn, onder andere omdat de spelregels onduidelijk kunnen zijn voor deelnemers. Maak daarom dus een goede afweging voor welk leerdoel deze vorm handig is om in te zetten. Het voordeel van deze werkvorm is dat het door veel mensen als heel leuk wordt ervaren! Dit kan een positieve invloed hebben op hun motivatie en daarnaast zal de lesstof ook wat langer blijven hangen.
Voorbeelden van spelvormen zijn:
- Rollenspel
- Simulatie
- Gezelschapsspellen (bijv. memorie, monopoly of ganzenbord)
Combineren van vormen
Wanneer je kiest voor een didactische werkvorm zit je hier natuurlijk niet helemaal aan vast. Een combinatie van werkvormen kan soms juist heel goed werken. Denk bijvoorbeeld aan de combinatie van een opdrachtvorm met een interactievorm: deelnemers maken zelfstandig een opdracht, en bespreken deze vervolgens in een evaluatiegesprek. Of een combinatie van een interactievorm met een samenwerkingsvorm: deelnemers hebben gezamenlijk een brainstormsessie over een onderwerp en gaan vervolgens in een klein teamverband een opdracht hierover maken.
Zie deze instructievormen dus niet als harde regels, maar als hulpmiddelen om een leeractiviteit vorm te geven!
Meer leren?
Een goede didactische werkvorm vinden is een kunst op zichzelf. Door vooraf goed na te denken wat de leerdoelen zijn en hoe deze het beste overgedragen kunnen worden, zullen de deelnemers er op langtermijn ontzettend veel aan hebben.
Wil je hier diepere kennis over opdoen? Bekijk dan onze didactiek opleiding! Hier krijg je praktische tips en handvatten. We helpen je ook graag verder in een korte inspiratiesessie. Plan hieronder een gesprekje in om over je didactische werkvormen te sparren!